OmschrijvingIn de winter is het verenkleed van de kneu onopvallend grijsbruin van kleur. Het mannetje heeft gekleurde veren op de borst en op het voorhoofd, maar deze zijn niet zichtbaar doordat de veren nog bruine randjes hebben. In het voorjaar slijten deze randjes, waardoor de kruin en de borst van het mannetje langzaam de kenmerkende karmijnrode kleur krijgen. Het vrouwtje lijkt op het mannetje, maar ziet er ’s zomers net zo uit als in de winter. Ook tijdens de broedperiode leven de vogels vaak in kleine groepjes, doorgaans in relatief open terrein met veel struikgewas en kruiden. Een gedeelte van de populatie kneuen trekt tijdens het najaar naar het zuiden. Vogels uit Scandinavië trekken dan echter naar Nederland, zodat de kneu het hele jaar door te zien is. ( bron: vogelvisie.nl ) |